Rotstraal bij paarden is een veelvoorkomende aandoening, al dan niet het meest voorkomende hoefprobleem bij paarden, die kan leiden tot uiteenlopende problemen en ongemak en zelfs serieuze pijn en kreupelheden voor het paard. Het is van groot belang om deze aandoening tijdig te herkennen, te behandelen en idealiter zien te voorkomen. In dit artikel bespreken we de oorzaken, symptomen, behandelingen en preventieve maatregelen van rotstraal.
Rotstraal kan worden veroorzaakt door verschillende factoren. Eén van de grootste risicofactoren is een slechte hygiëne van de hoef. Wanneer de hoef niet regelmatig en grondig wordt gereinigd, kunnen bacteriën zich in de hoef ophopen, hoefhoorn opvreten en zacht maken en uiteindelijk de gevoelige delen binnen dringen en ontstekingen veroorzaken.
Andere oorzaken kunnen zijn:
Hoe meer van deze factoren bij elkaar komen hoe sneller rotstraal kan ontstaan en zich kan manifesteren.
Een gezonde, brede straal
De symptomen of oorzaken van rotstraal zijn vrij duidelijk en kunnen gemakkelijk worden herkend. Beginnende rotstraal heeft een vieze geur die uit de hoef komt, gevolgd door verweking van het hoornweefsel van de straal. De straal voelt dan niet meer stevig en robuust aan, maar is zacht en sponsig.
Bij gevorderde rotstraal, waarbij grote delen van de hoornlaag zijn weggerot en/of een diepe middelste straalgroef, kan er pijn optreden. Het aangetaste gebied kan zelf beginnen te bloeden, waardoor het paard gevoelig en kreupel kan lopen. Het is belangrijk om deze symptomen in een vroeg stadium te herkennen om te voorkomen dat de aandoening zich verder ontwikkelt.
Rotstraal kan op verschillende manieren worden behandeld. Allereerst dient het paard op een droge en schone omgeving te worden gehouden. De hoef moet grondig worden gereinigd en het zieke weefsel moet worden verwijderd. Hierna kan de hoef worden behandeld met passende middelen tegen rotstraal, om de groei van bacteriën te remmen. Als de aandoening al gevorderd is, is een zeer intensieve aanpak en behandeling noodzakelijk. Het is belangrijk om in dit geval de deskundige hoefprofessional te raadplegen.
Belangrijk bij de behandeling van rotstraal is tevens ook het herstellen van een goede hoefbalans indien nodig. Knelpunten in de hoef moeten worden aangepakt en de balans moet worden hersteld zodat het paard zijn hoeven optimaal kan gebruiken en de doorbloeding optimaal kan functioneren. Zonder een goede doorbloeding zal het aangetaste materiaal niet of aanzienlijk trager herstellen.
Allereerst is het belangrijk om de hoeven van het paard regelmatig te laten bekappen of te laten controleren door een hoefsmid. Hoe regelmatig hangt af van diverse factoren, maar bekapintervallen rond de 5 à 6 weken zijn voor de meeste paarden een geschikt bekapinterval. Een goede vuistregel is: hoe groter de hoefproblemen, hoe kleiner het bekapinterval!
Het is essentieel dat de hoeven van het paard in goede conditie zijn, de hoefbalans correct, de hoefwand niet te lang is waardoor deze wordt kan uitwaaieren en dat er geen scheuren of andere beschadigingen aanwezig zijn waarin bacteriën zich kunnen nestelen.
Een doeltreffende uitspraak van Hoefspecialist Lennart Denkhaus over hoefverzorging is: “Goed bekapt is het halve werk”. Hiermee benadrukt hij het belang van een goede bekapping voor de algehele gezondheid van het paard en het voorkomen van hoefproblemen zoals rotstraal.
Diepe infectie van de middelste straalgroef
Daarnaast is goede hygiëne en hoefverzorging van cruciaal belang voor het voorkomen van rotstraal bij paarden. Zorg ervoor dat de hoeven regelmatig worden gereinigd. Het beste resultaat wordt bereikt door de hoef eerst schoon te maken met een gewone hoevenkrabber en de hoef vervolgens met een zachte stalenborstel helemaal schoon te borstelen. Op deze manier wordt de hoef ook in diepere kieren en groeven goed gereinigd.
Let wel! Als het paard ernstige rotstraal heeft moet de hoef wel met beleid worden schoongekrabd, zodat het paard tijdens het uitkrabben geen pijn ervaart. Het regelmatige gebruik van een verzorgende hoefspray kan helpen problemen als rotstraal te voorkomen.
Tevens is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de hoeven niet langdurig op natte, onhygiënische ondergronden moeten staan omdat dit kan bijdragen aan de ontwikkeling van rotstraal. De hoeven worden dan snel te zacht en worden minder weerstandskrachtig, waardoor kiemen sneller te kans krijgen het hoorn aan te tasten. Ammoniak in stallen maakt het hoorn tevens nog zachter en zwakker waardoor rotstraal nog sneller kan ontstaan. Een schone en droge leefomgeving is dan ook een zeer belangrijke factor in het voorkomen van rotstraal en dergelijke aandoeningen.
Een goed op het paard afgestemde voeding en voldoende beweging zijn tevens ook zeer belangrijke onderdelen om de hoef gezond te houden.
Gezonde voeding voor paarden met of zonder rotstraal bevat een evenwichtige mix van voedings- en vitaalstoffen, waaronder eiwitten, koolhydraten, vetten, vitaminen en mineralen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het dieet van het paard geen overmatige hoeveelheden suikers of zetmeel bevat, omdat deze ervoor kunnen zorgen dat de pH-waarde in de darmen uit balans raakt, wat kan bijdragen aan de ontwikkeling van rotstraal. Bij hoefproblemen zoals rotstraal is het verstandig de voeding goed onder de loep te nemen. Voedingsdeskundigen zijn hiervoor het beste aanspreekpunt.
Voldoende beweging speelt een uitermate belangrijke rol bij het voorkomen van diverse hoefproblemen, zoals van rotstraal bij paarden. Regelmatige beweging op functionele hoeven helpt de bloedsomloop te verbeteren en de zuurstoftoevoer naar de hoeven te stimuleren, wat bijdraagt aan een gezondere hoefgroei. In gevallen van rotstraal kan lichte beweging, zoals wandelen of lichte oefeningen onder het zadel, helpen om de bloedtoevoer naar de hoeven te verbeteren en de genezing te bevorderen. Intensief werk op pijnlijke hoeven is af te raden.
Als het gaat om hoefgezondheid in relatie tot beweging, benadrukt Hoefspecialist Lennart Denkhaus het belang een gezonde levensstijl voor het paard; waarin het paard gedurende dag en nacht de mogelijkheid krijgt zich vrij te kunnen bewegen. Hij adviseert paardeneigenaren om te investeren in een goede hoefverzorging en huisvesting en de deze aspecten te beschouwen als een belangrijk onderdeel van de algehele gezondheid en het welzijn van het paard.
Wist je dat?
Een wild levend paard op zoek naar voedsel en water makkelijk 15-20 kilometer op een dag zou lopen? Vertaald naar het aantal stappen dat het paard op een dag zou zetten zou het paard enkele tienduizend stappen per dag maken, elke stap belangrijk voor de doorbloeding van het hele onderbeen en de hoef.
Rotstraal en infecties van de middelste straalgroef zijn aandoeningen die bij paarden veel voorkomen en vervelende symptomen kunnen veroorzaken. Rotstraal in al haar uitingsvormen, wordt tot op heden nog steeds én te vaak niet goed herkend en serieus genomen. En dat terwijl het veel pijn en ongemak tot gevolg kan hebben. Het is dan ook van groot belang om deze aandoening tijdig te herkennen en te behandelen. Het voorkomen van rotstraal begint bij een goede hygiëne en verzorging van de hoef, een droge en schone omgeving, voldoende beweging en goed voer. Bij een vermoeden van rotstraal is het altijd raadzaam om de hoefprofessional te raadplegen voor een juiste vaststelling en behandeling.
Lennart Denkhaus is sinds meer dan 12 jaar werkzaam als hoefspecialist en zijn praktijk, opleiding en cursussen benadrukt hij het belang van regelmatig en correct hoefonderhoud en een gezonde, bij het paard passende levensstijl. Lennart is oprichter en eigenaar van het Centrum voor Hoefgezondheid, een initiatief dat zich richt op educatie en kennisoverdracht op het gebied van hoefgezondheid en -verzorging. Het Centrum voor Hoefgezondheid biedt onder meer workshops en bijscholingen voor hoefverzorgers en paardenprofessionals en een volwaardige opleiding tot hoefspecialist.
Tevens is Lennart mede-ontwikkelaar en -eigenaar van Unique-Horn hoof care; een productlijn met een uitgebreid gamma van hoefverzorgingsproducten. De producten zijn gebaseerd op natuurlijke ingrediënten en worden gebruikt voor de behandeling en preventie van hoefproblemen zoals rotstraal, scheuren, hoefzweren, white line disease ed. Unique-Horn wordt in diverse landen geadviseerd door hoefsmeden, hoefverzorgers en dierenartsen en gebruikt door vele tevreden paardeneigenaren.
Om een paard zonder hoefijzers en zonder extra hoefbescherming comfortabel over verschillende ondergronden te laten lopen, zijn een aantal factoren belangrijk. De belangrijkste aandachtspunten zijn een goede hoefgezondheid, passende huisvesting en voldoende tijd om het paard te laten wennen. Toch is niet ieder paard hier direct of zelfs ooit toe in staat.
Blote hoeven waar mogelijk, hoefbescherming waar nodig
Of een paard tijdelijke hoefbescherming nodig heeft, hangt af van verschillende factoren. Denk aan:
Niet elk paard kan en moet op elke ondergrond altijd evengoed lopen.
Lang niet ieder paard kan op blote hoeven over elke ondergrond lopen zonder gevoeligheid of voorzichtigheid te tonen. Dit geldt zeker als de leefomstandigheden en trainingsomstandigheden sterk van elkaar verschillen, of als het paard minder gezonde hoeven heeft door bijvoorbeeld pathologieën. Tijdelijke hoefbescherming kan dan een waardevol hulpmiddel zijn om het paard comfortabel te laten bewegen.
Hoewel blote hoeven functioneel vaak de meest effectieve en gezonde keuze zijn, zijn er situaties waarin hoefbescherming nodig is. Bijvoorbeeld bij:
Bij dergelijke situaties draait het om het vinden van een balans tussen comfort en functionaliteit. Oncomfortabel lopen heeft namelijk ook impact op de functionaliteit van de hoeven en het lichaam, zoals op schokdemping, bloedsomloop en het natuurlijke afwikkelingspatroon.
Wanneer hoefbescherming, zoals hoefschoenen, tijdelijk wordt gebruikt, is de vermindering in functionaliteit vaak een goed compromis voor het verhoogde comfort. Bij langdurige problemen, zoals hoefbevangenheid, is passende hoefbescherming essentieel. Dit ondersteunt niet alleen de hoeven maar bevordert ook het herstel van het hele paard.
Een van de meest effectieve vormen van hoefbescherming zijn hoefschoenen. Deze bieden veel voordelen en worden steeds populairder. Dankzij technologische ontwikkelingen passen hoefschoenen beter, zijn ze geschikt voor meer disciplines en bieden ze optimaal comfort zonder de natuurlijke functionaliteit van de hoeven onnodig te beperken.
Hoefschoenen zijn geschikt voor verschillende toepassingen, waaronder:
Een belangrijk voordeel van hoefschoenen is dat ze alleen gedragen hoeven te worden als dat nodig is. De rest van de dag kunnen de hoeven onbedekt blijven, waardoor ze fysiologisch correct kunnen functioneren (mits de hoefverzorging goed is). Bij ernstige hoefproblemen hebben hoefschoenen het extra voordeel dat de hoeven door zowel de hoefverzorger als de eigenaar eenvoudig behandeld en bekapt kunnen worden. Dit is bij permanente hoefbescherming vaak niet mogelijk.
Het succes van hoefschoenen valt of staat met de pasvorm. Daarom meet ik hoefschoenen altijd individueel aan. Hierbij kijk ik naar:
Veel problemen met hoefschoenen ontstaan door een slechte pasvorm of verkeerde keuze van model en maat. Hoefschoenen zijn echter niet voor elke situatie geschikt en hebben ook hun beperkingen.
Wanneer langdurige hoefbescherming nodig is en hoefschoenen geen optie zijn, werk ik graag met permanent gelijmde kunststof hoefbescherming. Deze technologie is sterk in ontwikkeling. Denk aan 3D Blue print hoefbeslag en innovaties van hoefschoenenproducenten.
Permanent gelijmde hoefbescherming biedt in specifieke situaties een uitstekende oplossing voor paard en ruiter. Hoewel ik dit type bescherming zie als laatste redmiddel, ben ik blij dat deze optie beschikbaar is voor de gevallen waarin het echt nodig is.
Beweging is essentieel voor de gezondheid van je paard. Wist je dat een paard in de natuur dagelijks 15 tot 20 kilometer zou lopen? Helaas krijgen veel paarden in onze moderne paardenhouderij deze beweging niet, wat kan bijdragen aan ernstige gezondheidsproblemen zoals hoefbevangenheid.
Voor een goede gezondheid is beweging essentieel. Een paard hoort dan ook circa 15 tot 20 kilometer per dag te lopen.
Hoefbevangenheid bij paarden en pony’s is een van de meest gevreesde aandoeningen. Na koliek is het zelfs de nummer twee doodsoorzaak. Bij hoefbevangenheid ontstaat er een ontsteking in de hoeven, die pijn veroorzaakt door zwelling tussen de hoefcapsule en het hoefbeen.
De lamellen – de verbinding tussen de hoefcapsule en het hoefbeen – verzwakken en kunnen oprekken of zelfs loslaten. Dit leidt tot hevige pijn en bewegingsproblemen.
De oorzaken van hoefbevangenheid zijn divers en vaak multifactorieel. De wetenschap is er ook nog steeds niet helemaal over uit wat precies in het lichaam en specifiek in de hoeven gebeurd voor en tijdens een hoefbevangen periode. Feit is dat hoefbevangenheid gedurende de laatste decennia beduidend is toegenomen, wat ermee te maken heeft dat veel paarden suboptimaal gehuisvest worden. Denk hierbij vooral aan de juiste hoefverzorging, de juiste beweging in de juiste hoeveelheden – 15 tot 20 kilometer op een dag – en uiteraard de juiste voeding.
Omdat de oorzaken en triggers zeer divers zijn en de wetenschap, dierenartsen en hoefsmeden/-verzorgers tegenstrijdige en onduidelijke resultaten behalen, is de behandeling en het management van hoefbevangen paarden tenminste net zo divers en tegenstrijdig. Het paard en ook zijn eigenaar zijn hier de dupe van, wat tot verkeerde beslissingen kan leiden.
Ook al zien wij in de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling in het management van hoefbevangen paarden, en vooral het voorkomen hiervan, raken jaarlijks nog steeds duizenden paarden (opnieuw) bevangen.
Mijn persoonlijke ervaring en mening is dat de ontbrekende beweging op vaak niet helemaal gezonde hoeven een groot euvel is. Veel wordt en werd geschreven over voeding in relatie tot hoefbevangenheid en deze speelt zeker een hele belangrijke rol! Over voeding zal ik in deze blog dan ook niet al te veel ingaan.
Wel wil ik graag een tegenhanger geven. Als onze paarden meer zouden bewegen, zouden de voeding en het eraan gekoppelde overgewicht en problemen met de stofwisseling, wat dan wederom een hoefbevangenheid kan triggeren, namelijk niet eens een groot probleem hoeven te worden.
Wat ik vaak zie is dat in de strijd tegen overgewicht en hoefbevangenheid de voeding sterk wordt beperkt (wat op zich al tot problemen kan leiden). In plaats daarvan kunnen we meer kijken naar hoe wij onze paarden meer beweging kunnen geven. Zoals net al geschreven hoort een paard makkelijk 15 tot 20 kilometer per dag te moeten lopen. Voor deze hoeveelheid beweging is het paard gemaakt en op die manier wordt het voer ook goed opgenomen en verwerkt, waardoor overgewicht en een ontspoorde stofwisseling minder kans krijgen en hierdoor dus ook een hoefbevangenheid minder kans krijgt.
Om deze hoeveelheid beweging voor elkaar te kunnen krijgen moeten wij echter onze praktijken van paardenhouderij structureel overdenken. Paarden in stallen of kleine paddocks krijgen zeker niet deze hoognodige beweging en ook het dagelijkse trainen kan hiervoor doorgaans niet compenseren. Wij moeten onze paarden meer ruimte en de mogelijkheid tot vrije beweging geven.
Beweging is de sleutel tot herstel en het voorkomen van veel gezondheidsgerelateerde problemen, waarvan hoefbevangenheid er een is. Niet elk paard dat hoefbevangen raakt is trouwens te dik en heeft problemen met de stofwisseling, maar het overgrote deel wel en hier kunnen wij als paardeneigenaren, staleigenaren en professionals wel degelijk iets aan doen!
Een ander punt van aandacht is de hoefgezondheid. Veel paarden die hoefbevangen raken hebben onderliggende langdurige problemen met hun hoefgezondheid. De hoeven zijn over de jaren heen overbelast geraakt. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met en verkeerde hoefvorm en hoefbalans. Als dan overgewicht en een ontspoorde stofwisseling er bovenop komen kan het lichaam en specifiek te hoeven het niet meer aan en stort het hele systeem als een kaartenhuis in elkaar.
Waar beweging dus een belangrijke rol in het voorkomen van problemen zoals hoefbevangenheid speelt, geldt hetzelfde voor een goede hoefgezondheid. Als wij dus ervoor zorgen dat het paard met comfortabele hoeven veel kilometers maakt kunnen wij veel problemen voorkomen. Niet altijd, maar vaker wel dan niet! En voorkomen is per definitie beter dan genezen.
Om dan toch nog even een klein stukje over voeding te schrijven. Als wij toch al bezig zijn om onze hedendaagse praktijken van paardenhouderij te overdenken zou het verstandig zijn om bij het paard passend (ruw)voer te voeren. Zorg voor goed hooi en laat het testen op suikergehaltes. Ruwvoer met lage suikergehaltes is voor paarden die makkelijk dik worden het betere voer, zeker in combinatie met veel beweging. Veel beweging betekent dat het paard meer voer (met weinig suikers) kan eten, wat wederom enorm belangrijk is voor de spijsvertering en de algehele gezondheid!
Als je deze drie basisregels volgt maak je een aanzienlijke grotere kans om je paard gezond en fit te houden.
Zie je door het bos de bomen niet meer? Neem dan contact met mij op
In deze blog leg ik uit waarom regelmatig bekappen van je paard zo belangrijk is en wat het verschil is tussen uitgroei en vergroei. De juiste bekapinterval kan per paard verschillen. Van alle paarden die ik natuurlijk bekap, staan de meeste op een interval van 5 weken. Sommige hoeven vragen intensieve hoefrevalidatie en worden daarom om de 2 tot 3 weken bekapt. Andere paarden hebben genoeg aan een interval van 6 weken. Regelmatig de hoeven bekappen is essentieel voor gezonde hoeven en een goed bewegingspatroon.
Wij zijn vaak gewend dat de smid om de 8 tot 10 weken komt, ik hoor soms zelfs nog verhalen dat paarden maar 2 keer per jaar naar de smid hoeven, zeker bij shetlanders gebeurt dit best vaak. Vaak gehoorde redenen hiervoor zijn: Het is niet nodig of de hoeven groeien heel langzaam.
Zeker bij de tweede stelling gaan bij mij de alarmbellen af. Een paard met ‘geen’ hoefgroei is gunstig wat betreft kostenbesparing op de smid, maar een zeer trage hoefgroei is gewoonweg niet gezond!
Een paard met goed functionerende hoeven, voldoende beweging en goed voer, groeit makkelijk 1 centimeter hoefwand en een paar millimeter zool per maand. Als een paard aanzienlijk minder hoefgroei heeft is dit doorgaans een teken dat er in de stofwisseling en/of doorbloeding van onderbeen en hoef iets niet helemaal klopt! Trage hoefgroei zou dus een reden moeten zijn om wat verder naar de gezondheid van je paard te gaan kijken.
Afhankelijk van de hoefgezondheid en huisvesting kan er wat variatie zijn in de hoefgroei, slijtage en dus ook in de bekapintervallen. Echter, ik kom weinig plekken en paarden tegen waar voldoende en juiste slijtage voorkomt, waardoor bekapintervallen daadwerkelijk uitgesteld kunnen worden. Uit ervaring kan ik zeggen dat 6 weken tussen bekapbeurten echt de maximale grens is, voordat er in plaats van uitgroei vergroei van het hoorn optreedt. Om eerlijk te zijn, zijn 5-6 weken voor veel paarden – vooral in de zomermaanden – al te lang en is het meer een compromis voor de eigenaar.
Uitgroei betekent dat het hoorn in zijn geheel wat groeit, maar de hoef verder in balans groeit en slijt. Tijdens het bekappen is er dan ook niet veel meer nodig om het uitgegroeide hoorn weer op de juiste plek in te korten. Zodra er echter sprake is van vergroei ontstaan er scheefheden, disbalansen, drukpunten en letterlijk vergroeiingen van het hoorn waardoor het de verkeerde kant op groeit. In dit geval moet er doorgaans dan meer ‘gecorrigeerd’ worden om het vergroeide hoorn weer op de juiste plek terug te krijgen. Dit betekend in de praktijk vaak meer inkorten dan wat wenselijk is. Dit is te voorkomen doormiddel van de intervallen terug te schroeven zodat we de vergroeiing voor zijn.
Paarden met ernstige hoefproblemen hebben nog kortere intervallen tussen het bekappen nodig. Korte intervallen tijdens een hoefrevalidatietraject maken het mogelijk om de hoef sneller weer de goede kant op te sturen en de situatie sneller te stabiliseren.
Bovendien is het voor mij als hoefdeskundige belangrijk om de hoeven tijdens een dergelijk intensief traject goed te kunnen monitoren en erop in te kunnen spelen. Een hoef is zeer veranderlijk, en dat kan positief maar ook negatief uitpakken. Daarom is het belangrijk om de hoef en het gehele paard in een periode van ziekte goed te ondersteunen.
Wil je meer weten over een mogelijk hoefrevalidatietraject? Lees dan hier verder.
Wat is het belang van een goede hoefontwikkeling vanaf veulen af aan? Daar wil ik het graag over hebben. In mijn praktijk als hoefverzorger kom ik dagelijks verschillende hoeven met uiteenlopende hoefcondities tegen. De realiteit is dat veel paarden met hoefproblemen rondlopen, de een meer dan de ander.
Het probleem is dat in talrijke gevallen de hoeven vanaf veulen af aan onvoldoende de kans krijgen om zich op een gezonde en functionele manier te ontwikkelen. Veel van de alledaagse hoefproblemen, denk hierbij bijvoorbeeld aan smalle, samengeknepen hoeven, ondergeschoven verzenen, slecht ontwikkelde straalkussens en diverse disbalansen, ontstaan regelmatig in de basis al op jonge leeftijd. Op latere leeftijd manifesteren zich deze condities dan waardoor beperkingen in de beweging en andere problemen in het paardenlichaam ontstaan.
Een gezonde hoef, is een hoef die functioneel is, vrij van pathologieën/afwijkingen en het paard comfort geeft. Dusdanig gezonde hoeven zijn er echter niet in overvloed, probleemhoeven helaas wel. Een aantal van deze hoefproblemen kunnen door een goede hoefverzorging en -revalidatie weer hersteld worden en andere niet of alleen maar tot op zekere hoogte.
De 4 meest belangrijke functies van een gezonde paardenhoef:
Wij moeten ons dan logischerwijze afvragen hoe het kan dat bepaalde hoefproblemen al op jonge leeftijd ontstaan, waardoor de essentiële functies van de hoef in bedwang komen.
Ik ben van mening dat een aanzienlijk percentage van deze problemen voorkomen zou kunnen worden als meer aandacht aan een goede hoefontwikkeling op jonge leeftijd besteed zou worden. Er kan gesteld worden dat een groot deel van de veulens niet optimaal opgroeit, wat de hoefontwikkeling niet ten goede komt. De praktijk is dat deze veulens vanaf de geboorte op veel te zachte ondergronden lopen en te weinig beweging krijgen, of te wel te veel stil staan. Bovendien wordt er te laat begonnen wordt om de hoeven van veulens op een juiste manier en met voldoende regelmaat te bekappen.
De hoef wordt in deze eerste levensweken en levensjaren voor de toekomst gevormd. Zo zijn bijvoorbeeld bij de geboorte van een veulen de hoefbeentjes van de voor- en achterhoeven vrijwel identiek, maar binnen de eerste weken veranderen de hoefbeentjes van de achterhoeven vanwege het bewegingspatroon van vorm. Een veulenhoef is pas na ongeveer drie jaar qua afmetingen aan de buitenkant volgroeid en de hoefbeentakken aan de binnenkant, beginnen pas vanaf een jaar of drie uit te groeien en te verstevigen.
Een veulen wordt dan ook per definitie geboren met e en smalle/nauwe hoef. De hoeven hebben tegendruk van de ondergronden en veel beweging op harde ondergronden nodig om zich te kunnen spreiden. Groeit en blijft een veulenhoef in deze tijd te nauw, dan zijn de kansen groot dat dit op latere leeftijd problemen oplevert.
De interne hoefstructuren raken continu in de knel en kunnen niet tot hun vol potentieel ontwikkelen. Dit soort problemen kunnen later dan nog moeilijk volledig hersteld worden.
Paarden horen dagelijks meerdere kilometers (in het ideale geval ergens tussen de 15-20 kilometers) over verschillende en soms uitdagende en oneven ondergronden te lopen. Veulens die ‘in het wild’ geboren worden en opgroeien moeten vanaf begin af aan met de kudde meelopen. De hoeven, maar ook pezen, banden en spieren krijgen dus vanaf dag één het juiste training en er ontstaat meteen gewenning voor deze verschillende ondergronden. Als veulens vanaf begin af aan 24/7 op verschillende en dus ook hardere en oneven ondergronden lopen zijn er op latere leeftijd ook minder problemen met gevoeligheid tijdens het rijden. Ook is de kans op blessures van banden en pezen kleiner.
Wat er echter in de praktijk gebeurt is dat onze paarden in een vrij zachte leefomgeving (zoals een weiland of zandpaddock) opgroeien en uiterlijk vanaf het najaar in veel gevallen dan ook nog voor grote delen van de dag zo goed als stil staan op stal met zachte bodembedekking.
Zachte omstandigheden zijn voor een goede hoefontwikkeling niet afdoende. Er mist de tegendruk van hardere ondergronden en vooral ook de regelmatige en constante beweging over zulke geschikte ondergronden. De veulenhoeven kunnen zich hierdoor onvoldoende spreiden en op de juiste manier uitgroeien en tot een stevige en functionele hoef ontwikkelen. In een positief geval komen ze op een gegeven moment naar de opfok, alhoewel ook daar de ondergronden vaak uitsluitend weilanden zijn. Het voordeel van de meeste opfokplekken is wel dat de veulens vaak veel ruimte ter beschikking hebben en dus wel veel en constant kunnen lopen.
Hoe beter de leefomstandigheden van paarden zijn hoe minder belangrijk de hoefverzorging wordt. Echter bestaan er in Nederland weinig plekken waar de leefomstandigheden dusdanig optimaal zijn dat hoefverzorging niet meer of alleen nog maar sporadisch nodig is. In de praktijk gaan (het streven naar) een goede leefomgeving en een goede hoefverzorging hand in hand.
Een paard hoort zijn volledige hoef evenwichtig te belasten. Als een paard dit doet staat het met zijn pijpbenen verticaal recht ten opzichte van de grond. Pas dan kan een paard ontspannen, dus zonder grote spierspanning, staan en rusten. Als paarden drukpunten onder de hoeven of disbalansen hebben heeft het paard de mogelijkheid om door zijn stand deze druk of disbalans tot op zekere hoogte te ontwijken of in ieder geval te ontlasten.
Dit doet een paard onder andere door met zowel de voorbenen als ook de achterbenen onder het lichaam te gaan staan. Vooral de voorbenen staan in zulke gevallen vaak zeer onderstandig. Deze compensatiehouding heeft op den duur negatieve gevolgen voor de rest van het paardenlichaam.
Veulens hebben doorgaans door hun jonge leeftijd en vooral bij goede omstandigheden nog niet zulke drukpunten of disbalansen waardoor deze met rechte pijpbenen staan.
Als er echter vanaf begin af aan niet nauwkeurig op de juiste hoefontwikkeling wordt gelet, om juist drukpunten en disbalansen te voorkomen, zullen paarden relatief snel deze compensatie-houdingen aannemen.
Naast een goede leefomgeving is het dan ook belangrijk uiterlijk binnen de eerste drie levensmaanden te beginnen veulens te bekappen en dit met grote regelmaat. Veulens om de 4-5 weken bekappen is zeker geen overbodige luxe, maar vooral een investering voor de toekomst van het paard. Ook kan er op die manier tijdig worden ingespeeld op eventuele problemen met de hoefstand of scheefheden. Hou er wel rekening mee dat veulens een korte concentratieboog hebben. Bereid jouw veulen dan ook meteen vanaf de eerste levensdagen op een speelse manier voor op het hoeven geven en zorg ervoor dat het bekappen in een rustige en ontspannen sfeer verloopt.
Ook bij ernstige deformaties kan gesteld worden dat de eerste weken na de geboorte essentieel zijn om veel beweging over harde ondergronden te geven. In de eerste 1,5-2 weken manifesteert zich namelijk de spier- en peesspanning en kunnen bepaalde problemen snel wegtrekken (let wel! Uiteraard geldt dit niet voor alle deformaties. Consulteer bij afwijkingen zo spoedig mogelijk een dierenarts én hoefdeskundige).
Als veulens met zulke deformaties echter uit ‘voorzorg’ stil worden gezet, gebeurt precies het tegenovergestelde en zullen de pezen en spieren zich dus op de verkeerde spanning instellen en worden de problemen alleen maar erger.
“Je paard heeft hoefschimmel!” Misschien heeft je hoefsmid of hoefbekapper deze uitspraak al eens gedaan, en dacht je bij jezelf: “Schimmel in de hoef van mijn paard, hoe kan dat?”
Helaas is schimmel in de hoef van een paard een hardnekkig probleem. Het wordt vaak white line disease bij paarden genoemd. Op het eerste gezicht lijkt het misschien geen groot probleem, maar als het niet tijdig wordt behandeld, kan het ernstige gevolgen hebben. De hoefwand verzwakt, het paard kan gevoelig gaan lopen, en in sommige gevallen kunnen er hoefzweren ontstaan.
De term white line disease paard is eigenlijk niet volledig correct. Het gaat om een symbiose van bacteriën en schimmelsporen die samen de hoef infecteren. Dit maakt de aandoening lastig te behandelen, omdat de samenstelling van bacteriën en schimmels per paard en situatie kan verschillen.
Deze micro-organismen zitten overal in de omgeving van het paard, vooral in natte, warme en slecht geventileerde omstandigheden. Denk hierbij aan modderige paddocks of vieze stalvloeren. Een verzwakt immuunsysteem speelt ook een belangrijke rol bij het ontstaan van witte lijn ziekte bij paarden.
Belangrijk om te weten is dat deze aandoening zich niet alleen beperkt tot de witte lijn van de hoef, maar vaak dieper in de hoefwand doordringt.
Hoefschimmel bij paarden werkt anders dan bijvoorbeeld rotstraal. Het geeft geen karakteristieke geur, maar is juist subtiel. Vaak wordt het pas opgemerkt door een hoefsmid of bekapper.
Typerende kenmerken van schimmel in de hoef van een paard zijn:
Deze plekken moeten worden opengesneden, zodat er zuurstof bij kan komen. Dit voorkomt dat vuil zich ophoopt en maakt het makkelijker om de hoef te behandelen. De behandeling duurt vaak enkele weken tot maanden en vraagt om consistentie.
Hieronder staan enkele praktische tips om schimmel in de hoef van je paard te behandelen en te voorkomen:
Het behandelen van schimmel in de hoeven van een paard vraagt om consistentie en toewijding. Besteed dagelijks een paar minuten aan hoefverzorging. Met geduld en een goede aanpak kun je de hoefgezondheid van je paard herstellen en toekomstige problemen voorkomen.
Zuid Gelderland & Noord Limburg:
O.a. Ven-Zelderheide – Gennep – Milsbeek – Groesbeek – Berg en Dal – Malden – Overasselt – Afferden – Heijen – Bergen – en omgeving
Ven-Zelderheide voor consulten met jouw paard op locatie bij mij
Copyright All rights reserved @2025